Lees-, schrijf- en rekenstoornissen (dyslexie, dysorthografie en dyscalculie) vinden hun oorsprong in tekorten in het taalvermogen van het kind, terwijl er sprake is van een normale intelligentie. Het kind heeft dan problemen met het omzetten van de gesproken taal in geschreven taal (spellen). Maar ook het omzetten van schrijftaal naar spraak (lezen) verloopt moeilijk. Bij rekenstoornissen is er sprake van een achterstand voor specifieke rekenvaardigheden. In overleg met ouders en school kan een contract met compenserende maatregelen bij specifieke leerstoornissen opgesteld worden. En …